Grannas Anders Olssons was de oudste van 9 kinderen en leerde op jonge leeftijd al zijn verantwoordelijkheden te nemen en hielp in het gezinsleven.. Op 24 jarige leeftijd, in 1920, ontving hij een groot order voor zwart wit gevlekte paarden, op een plaat met wielen. In 1922 besliste hij zich volledig toe te leggen op het produceren van de in Zweden zo bekende Dala paarden. In hetzelfde jaar startte hij een fabriek. Naast de houten paarden figuren maakte hij ook houten gordijn rails, en weefgetouwen. Hij huurde een vertegenwoordiger in uit Nusnaes (Anders Henriksson) die de paardjes alom verkocht. Al snel groeide het bedrijf en zijn jongere broers Nils en Jannus hielpen hem bij het maken van de paarden na school. Nog later kwamen daar nog zijn zusters en andere broers bij. Zij bedienden de bandzaag. Deze bandzaag was een belangrijke investering om het proces toch wat te rationaliseren. Aan het einde van die 20er jaren met de bandzaag voorzien van een motor.